Site pictogram DoeHetZelfNotaris

Moeten bestuurders bij oprichting Nederlandse taal beheersen?

Oprichter-bestuurders moeten Nederlandse taal beheersen

Moeten bestuurders bij oprichting de Nederlandse taal machtig zijn?

Iedereen in Nederland heeft de vrijheid om naar de notaris te gaan en een rechtspersoon op te richten. Er gelden bijvoorbeeld geen opleidingseisen voor een bestuurder. Je moet als oprichter-bestuurder wel de Nederlandse taal machtig zijn. Voor personen die later (dus na de oprichting) toetreden, geldt die eis echter niet. Bij de oprichting controleert de notaris of de oprichters en eerste bestuurders de statuten kunnen begrijpen. Spreekt iemand geen Nederlands, dan moeten documenten vertaald en komt er vaak ook nog een tolk bij de oprichting.
Treed je echter later toe tot het bestuur, dan is dit de verantwoordelijkheid van het zittende bestuur. Dat betekent dus dat een oprichter die de Nederlandse taal niet machtig is, alsnog bestuurder kan worden als hij of zij maar na de oprichting wordt benoemd tot bestuurder.

In de statuten van de rechtspersoon kan je nog wel zogenaamde kwaliteitseisen opnemen voor bestuurders. Bijvoorbeeld de eis dat een bestuurder een ingezetene van Nederland moet zijn of de Nederlandse taal machtig moet zijn. Je mag in de statuten echter niet opnemen dat alleen personen met de Nederlandse nationaliteit bestuurders kunnen zijn.

Wil je dus een organisatie oprichten met buitenlandse bestuurders, dan is het veel eenvoudiger en goedkoper om die later toe te laten treden. Je kan dan bijvoorbeeld volstaan met een vertaalde samenvatting van de statuten.

Mobiele versie afsluiten